De prikklok staat haaks op Het Nieuwe Werken

Stad Mechelen is helemaal mee met mensgericht hybride werken. Als Baanbrekende Werkgever wil de stad ook stevig inzetten op slimme mobiliteit.

Matthias Van Milders
15 november 2021

Deel dit artikel
LinkedIn Facebook Twitter
Stad Mechelen

“De ene helft van de tijd thuis, de andere helft op kantoor: dat vinden veel medewerkers ideaal”, zegt HR-manager Mia Spaey. “Dat betekent een uitbreiding van ons systeem van thuiswerken dat al langer bestaat. Sinds oktober verwachten we dat iedereen gemiddeld twee keer per week naar de werkvloer komt. Dat heb je nodig voor een goede teamgeest en voor voldoende verbinding met je collega’s. De teams bepalen hoe ze die tijd op kantoor concreet invullen. Als stad moet je natuurlijk wel bereikbaar zijn voor de burger.”
“De prikklok werd hier al langer afgeschaft. Voor ons staat die haaks op Het Nieuwe Werken. Als je mensen autonomie wil geven, stuur je hen aan op resultaten en niet op aanwezigheid op kantoor. Diensten met vaste uren gebruiken de prikklok nog wel. Maar ook daar bekijken we hoe medewerkers werk en privé beter op elkaar kunnen afstemmen.”

Muren afbreken

“Landschapskantoren helpen om de muren tussen diensten letterlijk af te breken”, stelt Stafmedewerker Facilitaire Ondersteuning Veronique De Smedt. “Ook verkleint de afstand tussen medewerkers en leidinggevenden, want die laatsten zitten mee op de werkvloer. Wil je een vertrouwelijk gesprek houden, dan zijn er vergaderzalen die we multifunctioneel inzetten. In focus booths kan je in stilte aan een concentratietaak werken.”

In dialoog

“Wij willen heel graag evolueren naar heel duurzame en gebruiksvriendelijke mobiliteit voor onze medewerkers”, weet Veronique. “Daarin hebben we nog stappen te zetten.”
Toch kan Stad Mechelen al uitpakken met enkele goede praktijken. Zo kunnen medewerkers een (elektrische) fiets leasen en gebruikmaken van dienstfietsen. Een deel van het eigen wagenpark is elektrisch en deelwagens worden vlot gebruikt. “Door sensibilisering werken we aan de nodige gedragsverandering”, besluit Veronique. “Het is belangrijk dat je bij zo’n omslag altijd in dialoog blijft.”